Oftewel meer scherptediepte bij macro
Bij macrofotografie is de scherptediepte heel klein. Diafragmeren levert wel iets meer scherptediepte op, maar de achtergrond wordt dan ook minder onscherp wat waarschijnlijk niet je bedoeling is. Het gebruik van focus stacking is ook een manier om meer scherptediepte te krijgen, maar dan zonder de toegenomen scherpte in achtergrond.
De scherptediepte in een foto is afhankelijk van het gekozen diafragma en de afbeeldingsmaatstaf: hoe groter het onderwerp op de sensor wordt geprojecteerd door het objectief, hoe kleiner de scherptediepte. De standaardmanier om meer scherptediepte te krijgen is het kiezen van een kleinere diafragmaopening. Bij gebruik van een te kleine opening krijg je echter te maken met het afnemen van de scherpte, een gevolg van diffractie. Dat stelt een grens aan het te kiezen diafragma, voor mij houdt het bij F11 wel op. Je ziet dat de scherptediepte wel wat toeneemt, maar dat het verschil heel klein is als je echt dichtbij fotografeert. Wat wel opvalt is het minder onscherp worden van de achtergrond die daardoor niet meer wegvalt, maar vormen en vlekken toont die je dacht kwijt te zijn. Het is ook mogelijk om een serie digitale opnames samen te voegen, waarbij je ervoor moet zorgen dat de scherpte steeds iets anders ligt. Dit wordt focus stacking (stapelen) genoemd. Je gebruikt achteraf software om al die laagjes waar de foto scherp is samen te voegen tot een dikkere scherpe laag: meer scherptediepte dus. Het mooie is dat je toch bij een redelijk grote opening kunt blijven fotograferen zodat de achtergrond niet scherper wordt zodat je onderwerp mooi los blijft van de onscherpe achtergrond. Er zijn twee manieren om die serie opnames te maken: er zijn steeds meer camera’s die een hele reeks opnames maken waarbij het scherpstelpunt steeds automatisch iets verplaatst wordt. En voor camera’s zonder die optie zijn er soms externe apparaten die die functie bieden.
Arsenal
De Nikon D800 en latere modellen beschikken over de optie om opnameseries met een steeds iets verlegde scherpstelling te maken. Bij mijn D700 is dat niet zo, maar er is wel een stuurapparaat van Arsenal beschikbaar dat je inclusief live view via je smartphone bedient. Je kiest het voorste en achterste scherpstelpunt, waarna de software de rest regelt. Het werkt, maar de software heeft veel tijd nodig om de beide scherpstelpunten te vinden. Als het echter eenmaal werkt, hoef je alleen maar te wachten tot de serie foto’s gemaakt is. De software maakt een jpeg-bestand van de samengevoegde opnames op je telefoon, maar handig genoeg wordt de hele serie raw-bestanden op de geheugenkaart van de camera bewaard, zodat je het samenvoegen ook zelf nog een keer kunt doen. In de camera ingebouwde systemen zullen ongetwijfeld sneller werken dan via deze externe methode. Wel zul je altijd zelf de beelden moeten combineren.


Rail
Een andere optie is om de camera of je onderwerp te verschuiven, waarbij je telkens een opname maakt vanaf die opgeschoven positie. Hier is handmatig scherpstellen het best, waarbij een moderne camera met live view, of liever nog met weergave op een groot scherm, het werken prettig maakt. Je moet zorgen dat de afstand tussen de verschillende opnames zo klein is dat de scherptediepte van de opeenvolgende opnames overlappend is, anders krijg je vreemde effecten in het eindresultaat. Daarom is het handig als je die verschuiving mooi regelmatig uit kunt voeren. Zoals bij de NISI macro focussing rail, want daar wordt de verschuiving geregeld door te draaien aan een lange schroefdraad. Per omwenteling, heel precies in te stellen met het kleine slingertje aan het uiteinde, schuift de camera ruim 1 mm op. Kom je heel dichtbij, met een objectief dat ruim voorbij de 1:1 gaat, dan zul je zelfs bij diafragma 8 de camera met elke keer een kwartslag aan de schroefdraad moeten verplaatsen, een derde millimeter per keer. Handig is dat de rail aan de onder en bovenzijde van standaard Arca Swiss-koppelingen is voorzien, waardoor alles snel en stevig vastgezet kan worden. Wil je het jezelf nog makkelijker maken, dan zijn er ook railsystemen waarbij de verplaatsing motorisch wordt gedaan en die vanuit het stuurapparaat ook voor het maken van de foto’s zorgen. Dan kun je voor het extreme werk gemakkelijk heel kleine stapjes maken.

elkaar opgenomen, in de centimeterverdeling zie je een onscherp gedeelte rond de 35mm markering.
Software
Om de reeks opnames te combineren heb je software nodig die in staat is om uit elke opname het scherpe gedeelte te selecteren, en vervolgens al die stukjes naadloos samen te voegen tot een afbeelding, waarin dan scherp is wat je scherp wilde. Daarbij moet ook nog de langzaam wijzigende grootte van je onderwerp worden verwerkt. Door de afstand of de scherpstelling te wijzigen wordt je onderwerp immers bij elke opname op een iets ander formaat op de sensor geprojecteerd. Omdat de scherptediepte van de aparte opnames heel gering is blijf je die onscherpte in voor- en achtergrond ook houden in het eindresultaat, waar het scherpe deel dan extra tegen afsteekt. Er zijn speciale programma’s om deze reeks handelingen uit te voeren, maar je kunt het ook doen met behulp van Photoshop. Dat duurt langer, en gaat soms iets minder goed, maar in de vage randgebieden van sommige montages zie je zo nu en dan precies dezelfde foutjes opduiken als bij gespecialiseerde software.
Photoshop
Wanneer je een serie opnames in Photoshop wilt samenvoegen, open je eerst vanuit Bridge of Lightroom de serie opnames als lagen in Photoshop. Dan selecteer je alle lagen en kies je vervolgens onder bewerken als eerste handeling het automatisch uitlijnen van de lagen. Afhankelijk van hoe veel of weinig je camera en onderwerp bewogen tussen de opnames zullen de individuele lagen meer of minder verschoven worden. Vervolgens kies je voor lagen samenvoegen, met als tweede keuze naadloos overvloeien. Dan zul je, afhankelijk van het aantal lagen en de grootte van je bestanden, een poosje geduld moeten hebben. Als het rekenwerk achter de rug is, zie je dat elke laag een eigen woest gevormd masker heeft gekregen dat de scherpe stukken zichtbaar laat. Je kunt het bestand dan tot één laag samenvoegen en het resultaat bewaren. Vaak gaat het behoorlijk goed, een enkele keer gaat er iets mis. Dan kun je proberen om een masker aan te passen, maar omdat er zoveel lagen zijn ben je veel tijd kwijt om uit te vinden waar de fout zit. En dan blijkt het ook nog eens heel lastig die te herstellen. Beschik je over Photoshop, dan is het fijn dat je geen extra programma hoeft aan te schaffen. Wil je de techniek echter vaker gebruiken, dan zul je sneller willen werken. Kies dan voor een programma dat echt helemaal voor dit werk gemaakt is en dat minder vaak de fout in gaat.


Helicon Focus
Er zijn verschillende programma’s die je voor dit werk kunt gebruiken; zelf gebruik ik Helicon Focus dat als handigheid heeft dat het ook raw-bestanden kan verwerken. Ik kies vaak voor de kleinere jpeg-bestanden voor het samenvoegen, de extreme detaillering van raw is niet altijd nuttig of noodzakelijk. Het werkt simpel: je opent de reeks foto’s en kiest voor het commando render. De foto’s komen dan snel voorbij en je ziet ook een soort maskers gemaakt worden, het eindresultaat kun je opslaan als een jpeg. Het is een heel snel proces, een voordeel van een programma dat maar een enkele functie heeft. Bij de duurste versie kun je nog wat extra dingen uit de samenvoeging halen, zoals diepte-informatie en 3D-beelden. Je kunt voor een paar tientjes een versie kopen die het een jaar lang doet, wil je het langer gebruiken, dan koop je een levens[1]lange licentie voor ongeveer drie keer dat bedrag. Uitproberen kan ook, maar dan wordt er een tekst door het eindresultaat gezet zodat je het beeld niet kunt gebruiken.

Parallel
Normaal maak je de opnames door de camera recht vooruit te verplaatsen, langs de optische as. Dat levert het soort opnames waar de software mee overweg kan. De Nisi macrorail biedt echter ook de optie om de camera te draaien. Je kunt de camera zijwaarts draaien, als je dat met 90°, recht opzij dus, doet maak je geen focus stack maar een panorama. Je moet dan wel flink draaien aan de schroef voor de verplaatsing, met ruim één millimeter per slag duurt het wel even voor je de centimeters die bij een full-frame en 1:1 afbeeldingsmaatstaf nuttig zijn hebt afgelegd. Draai je de camera niet helemaal haaks, maar ongeveer halverwege, dan schuif je langzaam langs je onderwerp, waarbij het scherptevlak, dat schuin door je onderwerp heen loopt, ook langzaam opschuift. Het samenvoegen van de resulterende opnames leverde wel wat problemen op bij het combineren. Er kwam weliswaar een resultaat uit, maar dat was eigenlijk alleen het scherpe middendeel, terwijl ik ook een onscherp begin en einde wilde zien zodat het er meer als een foto uit zag. De helpdesk van Helicon Focus liet weten dat hun software daar niet voor gemaakt was. Ook Photoshop leverde in eerste instantie niet het resultaat dat me voor ogen stond. Het grote probleem is de veranderende afmeting van wat je fotografeert, waardoor het gedeelte van de foto’s dat bruikbaar is steeds kleiner wordt. Ook schuift je onderwerp op, waardoor de eerste opname eigenlijk alleen het linkerdeel van het eindresultaat vult, de laatste alleen rechts waarbij de overlap door de tussenliggende opnames moet worden geleverd. De lege ruimte om elke losse opname levert problemen op bij het samenvoegen. Toch bleek het grotendeels op te lossen, wel met het nodige handwerk en veel herhaalde handelingen in Photoshop. Eerst alle foto’s in lagen in Photoshop laden en ze dan uit laten lijnen. Vervolgens kun je al die lagen exporteren als jpeg-bestanden. Toen heb ik het een en ander uitgeprobeerd, en na wat mislukte pogingen bleek het volgende te werken: je opent al die losse bestanden weer in Photoshop en vervolgens moeten zowel de scherpe randen van de eigenlijke foto in de grotere afbeelding als het wit er omheen worden gewijzigd. Het wit eromheen kan met de lasso geselecteerd worden en om te voorkomen dat je een scherpe rand overhoudt, moet de selectie eerst worden vergroot, met 50 pixels bij de vrij riante bestanden die ik gebruik. Vervolgens stel je een doezelaar van 25 pixels in voor de selectie. Als je niet eerst de rand van de selectie de foto inschuift (dat doe je met het uitbreiden van de selectie), krijg je een vreemde overgang na het toepassen van de doezelaar. Vervolgens vul je de selectie met 50% grijs en kan de foto weer bewaard worden. Alle stappen na het gebruik van de lasso kunnen in een handeling worden ondergebracht waarna alles redelijk snel was aangepast. Wanneer je die vervolgens in Helicon Focus opent en samenvoegt, krijg je een heel behoorlijk resultaat. Bij mijn foto was alleen de onscherpte linksvoor een beetje vreemd geworden; dat is dan weer op te lossen door er de oorspronkelijke eerste foto overheen te zetten en zelf met een masker alleen die linker hoek over te laten.


Conclusie hoe werkt focus stacking?
Het gebruik van focus stacking en een hulpmiddel zoals de NISI-macrorail levert je extra opties bij macrofotografie. Het resultaat ziet er goed uit, maar het zijn technisch gezien natuurlijk geen echte foto’s meer; ze hebben teveel eigen[1]schappen van de computerberekeningen meegekregen, iets dat je soms wel en soms niet op zal vallen.
Vind je dit artikel over focus stacking goed? Koop dan het complete nummer waar dit artikel instaat en lees meer goede artikelen of, beter nog neem een abonnement en mis niks meer. Wij zouden dat enorm waarderen.
De huidige testversie van Helicon Focus is 30 dagen onbeperkt te gebruiken.