NIDF-norm: kalibratie van je beeldscherm

0
De i1 display van xRite voor het beeldscherm. De kleuren op het scherm vormen de reeks die gemeten wordt voor het maken van het profiel.

Het beeldscherm van je computer is de eerste plek waar je je digitale foto’s echt goed kunt bekijken en beoordelen als de omstandigheden op je werkplek tenminste goed geregeld zijn. Om de weergave op je beeldscherm te kunnen vertrouwen moet dat beeldscherm gekalibreerd zijn. Het resultaat van de kalibratie is het beeldscherm profiel dat op je computer wordt opgeslagen en door de programma’s gebruikt wordt voor een correctie weergave van je foto’s.

Het beeldschermprofiel

Er zijn veel mogelijkheden bij het kiezen voor een beeldscherm en de methode om het te kalibreren. Bij de wat eenvoudige beeldschermen doe je het instellen op basis van wat je zelf ziet. Er zijn hulpprogramma’s om je bij die methode te helpen. Ook zijn er beeldschermen van betere kwaliteit waar de meetcel ingebouwd is om het scherm te kalibreren. Aardig is wel dat op dit gebied de verhouding tussen prijs en kwaliteit in de regel behoorlijk in orde is: koop je een scherm dat meer geld kost dan krijg je daar in de regel ook iets beters voor. Uitzonderingen daargelaten.

Kalibratie

Technisch gezien is kalibreren het maken van keuzes met betrekking tot je wensen wat betreft de eigenschappen van het scherm en het ook daadwerkelijk instellen van het scherm zodat het met die wensen overeenkomt.

Die keuzes gaan dan over drie zaken:

• De helderheid van het scherm

• De gammacurve van het scherm

• Het witpunt van het beeldscherm (de kleur van het wit)

Helderheid

De instelling voor de helderheid heeft in eerste instantie betrekking op de helderheid van het wit van het beeldscherm. Moderne schermen kunnen ingesteld worden op een veel hogere helderheid dan wenselijk is. De gangbare keuze is om te kiezen voor een helderheid van 120 cd/m2. De officiële bovengrens, het maximum dat in de ISO-norm wordt genoemd, is 180 cd/m2.

Zoals in het gedeelte over de werkplek is uitgelegd moet je vervolgens zorgen dat de verlichting op de werkplek een helderheid heeft die daaraan is aangepast. Het zwart van het scherm is in de regel het maximale zwart dat het scherm kan laten zien. Dat wordt beperkt door de maximale dekking die het LCD-paneel kan leveren bij de gebruikte achtergrond verlichting. Kies je een te hoge waarde voor de helderheid, het wit, dan kun je problemen krijgen met het zwart.

Gamma

De Gammawaarde is een curve die de helderheid van het middengrijs regelt, wanneer de helderheid van wit en zwart vastliggen. Een waarde van 1 zou een heel lichtgrijs opleveren. De huidige standaard voor elk systeem is 2,2. Die keuze is overigens maar van beperkt belang omdat de gammawaarde onderdeel wordt van het beeldschermprofiel en er daardoor bij de weergave van je foto’s rekening mee wordt gehouden. Bij een goed systeem zie je dan ook geen verschil als je de gammawaarde wat anders kiest.

Witpunt

Het witpunt is de kleur, of de kleurtemperatuur, van het wit van je beeldscherm. Die keuze ligt ook vast, het is gewoon 6500K volgens de ISO-norm. Vanwege de kleur van het omgevingslicht, 5000K normlicht, hebben sommige mensen de neiging om voor de kleurtemperatuur van het beeldscherm ook 5000K te kiezen. Of ze kiezen een tussenliggende waarde wanneer ze merken dat 5000K een technisch onmogelijke keuze is, omdat het beeldscherm het niet aan kan.

Dit is niet optimaal. Het witpunt van 6500K komt namelijk precies overeen met dat van de twee meest gebruikte RGB keuzes voor je bestanden: sRGB en AdobeRGB. Deze zijn beide gedefinieerd met een witpunt van 6500K. Hierdoor zie je foto’s in die kleurruimtes op je scherm precies zoals ze zijn.

Wanneer je vervolgens onder standaard omstandigheden een print van de afbeelding bekijkt, neemt het witte papier de kleur van normlicht aan. Dit is echter een marginaal verschijnsel dat kan worden opgelost door af te drukken met de juiste instellingen voor het kleurbeheer.


Voorkeuren voor het profiel. De combinatie versie 2 en matrix werkt altijd. Het alternatief, versie 4 en tabel wordt helaas nog niet door elk programma ondersteund.

Meten

De beste manier om je beeldscherm in te stellen is het gebruiken van een meetcel met bijbehorende software. En de mooiste manier is het gebruiken van een systeem waarbij alles in de hardware van het scherm zelf geregeld wordt met gebruik van een meetcel. De beste oplossingen kosten ook het meeste geld.

Echter, een dergelijke hoge nauwkeurigheid is vooral nodig bij de fotografie disciplines waarbij de kwaliteit zeer van belang is en er ook voor betaald wordt. Hogere eisen worden gesteld aan bijvoorbeeld advertenties in glossy magazines of afdrukken die in het kunstcircuit verkocht worden.

Eenvoudig gebruik, zoals in een krant, stelt lagere eisen aan de nauwkeurigheid. In dergelijke situaties kun je ook met geringere uitgaven een voldoende resultaat krijgen.

Het kalibreren wordt gedaan met behulp van een meetcel met bijpassende software, samen vanaf 200 euro te koop. Datacolor, xRite en Basiccolor zijn de leveranciers. In combinatie met een modern beeldscherm hoef je in de software alleen maar de gewenste waarden voor de kalibratie in te voeren. Daarna wordt het scherm eerst naar die wensen ingesteld.

Karakterisatie

Vervolgens wordt er een reeks kleuren gemeten waarop het beeldschermprofiel wordt gebaseerd. Hoe meer kleuren hoe beter het resultaat, maar ook hoe langer het meten duurt. Deze methode werkt in principe in combinatie met elk beeldscherm. De instelling voor de helderheid wordt in het scherm zelf ingesteld. De aanpassingen aan de gammacurve en het witpunt worden in de videokaart gedaan. De nieuwste computers sturen de videokaart overigens met 10-bits informatie aan.

Voor fotografen die de hoogste eisen stellen is er nog een aparte categorie beeldschermen waarbij ook de aanpassingen aan curve en witpunt in de hardware van het beeldscherm zelf worden toegepast. Het voordeel van dergelijke beeldschermen is dat de 8-bits, tegenwoordig 10-bits, informatie die via de videokaart naar het beeldscherm wordt gestuurd niet hoeft te worden aangepast met de correcties voor de instellingen van het scherm. Dat levert een nauwkeurigere weergave. Vooral in subtiele verlopen kun je dat wel eens zien.

Opslag beeldschermprofiel

Wat je vervolgens bewaart is het beeldscherm profiel. Dat komt op een vaste plek op je computer zodat alle programma’s er gebruik van kunnen maken voor de weergave van afbeeldingen. Of ze dat ook allemaal doen wisselt per computer systeem. Bij een Apple computer is dat wel het geval. De weergave loopt altijd via het beeldschermprofiel.

Onder de voorkeuren voor het beeldscherm vindt je het gekozen profiel. De software die het profiel maakt plaatst het bestand ook op de juiste plek.

Bij Windows computers hangt het af van de programmeur of er gekozen is voor het gebruik van kleurbeheer bij de beeldweergave of niet. Het mag duidelijk zijn dat de serieuze beeldbewerkingssoftware op beide computer systemen gebruik maakt van kleurbeheer, en dus van het systeem- of monitorprofiel. Binnen die software is dan ook geen plek waar je het beeldscherm profiel kunt instellen. Het wordt automatisch gevonden en gebruikt.


Meer informatie over de aspecten die in de NIDF-norm worden behandeld vind je op deze pagina’s:

De inrichting van je werkplek

De kalibratie van het beeldscherm

Kleur en witbalans

Bestandsformaten

JPEG compressie en kwaliteit

DNG varianten


Terug naar de basispagina NIDF-norm:

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Geef je reactie!
Schrijf hier je naam