Filmen met je fotocamera #3

Bij de nieuwste camera’s is de mogelijkheid om video op te nemen volwassen geworden. Video zorgt voor nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden voor creatieve gebruikers en voor een extra verdienmodel voor professionele fotografen. In een serie artikelen laat Martien de Man de mogelijkheden en technische uitdagingen zien van het maken van korte videoproducties met je fotocamera. In het derde deel van deze reeks kijken we naar de vele hulpstukken en toebehoren die beschikbaar zijn voor het filmen met een fotocamera. Hoe kun je de tekortkomingen van je fotocamera op het gebied van video effectief compenseren?

0

ONMISBARE ACCESSOIRES 

Als je als videograaf naar een fotocamera kijkt als instrument voor video-opnamen dan is direct duidelijk dat een fotocamera slechts de basis vormt. Hoewel er uit een fotocamera prachtig video-beeld kan komen, is het toestel in zijn basisvorm behoorlijk ongeschikt voor video. Het is niet voor niets dat professionele videocamera’s van die grote en zware apparaten zijn. Hoewel er ook steeds compactere camcorders verschijnen is het verschil met een fotocamera nog steeds groot. Je kunt dan ook niet verwachten dat je met je fotocamera zonder extra accessoires op dezelfde manier video kunt opnemen als met een speciaal voor video gebouwde camera. Wat ontbreekt er allemaal aan een fotocamera? Laten we daarvoor eens een professionele videocamera van voor naar achteren bekijken.

Een professionele set-up op een schouderstatief met Panasonic AU-EVA1, cinema-objectief, follow-focus en matte box zonder kleppen.


Cinelens

Objectieven voor fotocamera’s zijn kwalitatief ruim voldoende voor video. Zelfs de hoogste videoresoluties zijn geen probleem. Op een aantal punten zijn ze zelfs juist te goed. Veel filmers houden bijvoorbeeld wel van wat flare oftewel overstraling wanneer een lichtbron in beeld komt. Foto-objectieven zijn er echter op gebouwd om flare zo goed mogelijk te onderdrukken en ze leveren ook een contrastrijk en kleurverzadigd beeld. Filmers zijn niet altijd uit op de hoogste mogelijke optische kwaliteit, ze kiezen objectieven vaak om hun karakter en sfeer, en soms zijn dat juist de wat zachter tekenende objectieven. Daarnaast worden regelmatig anamorfotische objectieven gebruikt, die widescreen-beelden met een beeldverhouding van 21 : 9 mogelijk maken in plaats van de standaard 16 : 9 beeldverhouding van digitale video. Deze objectieven hebben ook hun eigen karakter wat betreft beeldweer­gave. Zo vormen reflecties van lichtbronnen in beeld horizontale strepen, en toont de onscherpte ovale in plaats van ronde vormen, wat de anamorfotische lens een bokeh geeft dat met geen enkel ander objectief te vergelijken is. Naast de optische verschillen tussen speciaal voor video gebouwde objectieven en die voor fotografie, zijn er ook grote mechanische verschillen. Die vallen al direct op door de bouwvorm van cinemalenzen.

Een cinema-objectief van Fujinon. De afstandschaal is zowel in meters als in feet, en is net als de zoom- en diafragmaring van de twee zijkanten leesbaar. De groene ring is om de back-focus te verstellen.

Ze zijn doorgaans veel groter dan vergelijkbare brandpunten in de fotografie. Dit heeft onder meer te maken met de langere instelslag die cineobjectieven hebben. Dit om het werken met een follow focus-systeem (hulpmiddel om de afstand nauwkeurig in te stellen ) mogelijk te maken. Daarvoor is de scherpstelring ook van karteltjes voorzien. Ook de afstandschaal is heel uitgebreid en nauwkeurig, zodat een focus puller, de man of vrouw die meestal vooraf de in te stellen afstand opmeet, zijn werk goed kan doen. Ook intern verloopt de scherpstelling anders. Zo zijn cinelenzen meestal parfocal hetgeen betekent dat de scherpte niet verloopt tijdens het in- of uitzoomen. Iets dat bij een objectief dat voor fotografie gebouwd is meestal wel het geval is. Aangezien er bij film vaak handmatig wordt scherpgesteld hebben veel filmers de gewoonte om eerst helemaal in te zoomen om zo nauwkeuriger scherp te kunnen stellen, en dan uit te zoomen naar de gewenste uitsnede. Gebruik je een zoomobjectief bedoeld voor fotografie, dan is deze manier van werken niet mogelijk. Wel kun je natuurlijk digitaal inzoomen op je beeld op het scherm (in live view) of in de elektronische zoeker (indien aanwezig) van je camera. Veel filmers hechten er ook aan dat de uitsnede niet verandert tijdens het scherpstellen. Wanneer je bij een foto-objectief de scherpstelring van dichtbij naar oneindig verdraait, zie je dat de beelduitsnede ruimer wordt. Bij cinelenzen wordt dit verschijnsel, dat lens-breathing wordt genoemd, zoveel mogelijk tegengegaan. Naast een gekartelde scherpstelring beschikken cinelenzen ook over een gekartelde diafragmaring. Deze is traploos verstelbaar en de aanduidingen zijn in T-stops. In tegenstelling tot F-stops op foto-objectieven geven T-stops een absolute waarde aan die exact overeenkomt met de lichtvermindering als gevolg van diafragmeren. Bij aanwezigheid van een zoomring is deze ook vaak gekarteld. Op sommige filmlenzen tref je ook nog een extra ring aan waarmee de backfocus ingesteld kan worden.

Wanneer een objectief door de temperatuur iets van vorm zou veranderen kan dit met de backfocusring gecorrigeerd worden. Ook kan deze ring gebruikt worden wanneer een zoomobjectief niet helemaal parfocal is. Gevolg van dit alles – en de lagere verkoopaantallen – is dat cinelenzen zich op een heel ander prijsniveau bevinden dan qua brandpunt en lichtsterkte vergelijkbare objectieven voor fotocamera’s. Gelukkig zijn er goedkopere alternatieven voor de beginnende filmer, die een gedeelte van de voordelen van de cinelenzen hebben. Je kunt ook gebruikmaken van oudere objectieven uit de analoge tijd en zelfs van voor de komst van autofocus. Deze objectieven beschikken ook over een langere scherpstelslag en zijn voorzien van een diafragmaring. Door het kogeltje en het veertje uit deze diafragmaring te halen kun je deze ook traploos verdraaien. Verder kun je wanneer je een follow focus wilt gebruiken, een optioneel verkrijgbare kunststof kartelring monteren. Oudere objectieven hebben soms ook een wat zachtere tekening en iets meer last van flare. Daardoor is er iets meer een filmisch karakter dan moderne objectieven.

Matte box

Bij video wordt in vergelijking met fotografie vaak met relatief lange sluitertijden gewerkt. Film je bijvoorbeeld met de standaard 25 fps, dan zal je sluitertijd meestal 1/50s bedragen. Zelfs op ISO 100 moet je dan flink diafragmeren om geen overbelicht beeld te krijgen. Naast het feit dat de kwaliteit van je objectief op de kleinste diafragma-openingen achteruit gaat, wil je misschien ook met een kleinere scherptediepte werken dan die je op F11 of F16 krijgt, om bijvoorbeeld de achtergrond onscherp te houden bij een interview. De meest gebruikte oplossing hiervoor is het gebruik van een grijsfilter, in het Engels aangeduid met Neutral Density (ND) filter.Bij filmende fotografen is het variabele grijs-filter heel populair. Dit filter bestaat uit twee ten opzichte van elkaar verdraaibare polari­satiefilters. Het is niet alleen handig omdat je met een enkel filter tussen de 2 en 8 stops licht weg kunt halen, maar ook omdat het voor een traploze aanpassing van de belichting gebruikt kan worden. Je kunt dan tijdens het opnemen de belichting heel geleidelijk aanpassen, bijvoorbeeld wanneer je tijdens een draaibeweging van een lichter naar een donkerder gedeelte van een ruimte gaat. Een variabel grijsfilter heeft geen invloed op de scherptediepte zoals het diafragma. In de film wordt vaak gebruik gemaakt van een matte box, die op een rig voor het objectief gemonteerd wordt. De matte box is als het ware een grote filterhouder met kleppen. De kleppen zijn vergelijkbaar met de lampkleppen in de studio, ze zorgen dat lichtbronnen geen ongewenste reflecties in het objectief kunnen veroorzaken. In tegenstelling tot een gewone zonnekap voor foto-objectieven heeft de matte box de mogelijkheid om filters te herbergen. Dit zijn vaak verloopfilters om bijvoorbeeld de lucht iets af te donkeren of grijsfilters om een te grote hoeveelheid (zon)licht te dimmen. Voordeel is dat een enkele matte box en een enkele set filters voldoende is voor praktisch al je objectieven. Veel actuele videocamera’s hebben echter ingebouwde ND-filters. Die zullen waarschijnlijk niet snel onderdeel worden van de fotocamera. Het variabele ND-filter werd al genoemd en is bij het gebruik van gewone foto-objectieven de meest voor de hand liggende oplossing. Test zo’n filter wel voor aankoop, niet alle filters combineren probleemloos met alle objectieven. Vooral in combinatie met zoom- en groothoekobjectieven kunnen soms vreemde artefacten ontstaan bij bepaalde standen van het variabele ND-filter.

Hoe gebruik je een matte box?

Arri MB 20 matte box.

Geluid

Een fotograaf zal zich waarschijnlijk verbazen over de grote hoeveelheid knoppen die je op de body van een videocamera aantreft. Voor een gedeelte is dat omdat veel functies zoals gevoeligheid (gain), witbalans en verschillende witbalans presets direct toegankelijk zijn. Ook tref je vaak knoppen aan voor de verschillende ND-filters. Er zijn ook altijd knoppen voor het instellen van de geluidsopname gereserveerd. Vaak kun je geluid op meerdere kanalen opnemen, die je dan apart kunt regelen. De ingebouwde grijsfilters en de uitgebreide geluidsinstellingen vormen eigenlijk het grootste verschil in mogelijkheden tussen een foto- en een videocamera. Dit zijn dan ook twee zaken waarvoor je als filmende fotograaf in ieder geval extra attributen aan zult moeten schaffen. Voor het opnemen van geluid gebeurt dit vaak in de vorm van een externe geluidsrecorder. Die zijn er in alle formaten en prijsklassen. Handig is het als zo’n recorder beschikt over een of meerdere XLR-aansluitingen. Deze tref je ook aan op veel videocamera’s, ze zorgen voor een stabiele en storingsvrije verbinding en de mogelijkheid om stevige, afgeschermde kabels te gebruiken. Doordat de recorder zelf voeding kan leveren kun je ook betere microfoons en langere geluids­snoeren gebruiken. De geluidsrecorder kun je eventueel doorlussen naar de microfooningang van je camera waardoor het in de nabewerking eenvoudiger wordt de geluidssporen van camera en recorder te synchroniseren. Dan is het soms niet eens nodig om het opgenomen geluid op het kaartje van de recorder te gebruiken. Gelukkig beschikken bijna alle moderne fotocamera’s over aansluitingen voor een microfoon- en een hoofdtelefoon. Daardoor zijn er nu ook veel compacte microfoons op de markt die je in de flitsschoen van je camera kunt schuiven en met een 3,5 mm plug direct op je camera aan kunt sluiten. De kwaliteit en betrouwbaarheid van deze microfoons verschilt behoorlijk. Goed oriënteren is noodzaak. De microfoons die hun eigen voeding hebben presteren over het algemeen beter. Zij kunnen ook een versterkt signaal naar de camera doorsturen, waardoor de meestal matige analoog-digitaal converter in de fotocamera minder hard hoeft te werken.

Accu

We zijn al weer bij de achterkant van de videocamera aangekomen en daar treffen we vaak een flinke accu aan. Zo’n accu kan ook dienen als contragewicht voor camera en objectief op een schouderstatief. Wie langere videoproducties met een fotocamera wil maken, doet er goed aan voor extra accu’s of een batterygrip te zorgen. Ook treffen we achter op een videocamera vaak de slots voor de geheugenkaarten aan. Ook hierin is de videocamera beter uitgerust dan de fotocamera. Vaak zijn er meerdere slots aanwezig, soms zelf voor verschillende soorten geheugenkaarten. Ook kunnen vaak kaarttypen gebruikt worden die een grotere opslagcapaciteit hebben en hogere schrijfsnelheden dan de kleine sd-kaarten die doorgaans in fotocamera’s worden gebruikt. Wil je echt langere producties draaien met je fotocamera, zoals het opnemen van events of optredens dan is een externe recorder een oplossing.

VIDEO

De populaire recorders van Atomos zijn van een helder en groot scherm voorzien. Het videosignaal van de camera wordt dan via een hdmi-kabel op een geheugenkaart in de recorder opgenomen. Vaak zijn dit ssd-schijven met een grote opslagcapaciteit. Een extra voordeel is dat zo’n recorder extra functies mogelijk maakt die fotocamera’s soms ontberen. Zo kan er vaak peaking gebruikt worden voor het scherpstellen. Er ontstaat dan een kleurrandje rondom de scherpe delen in het beeld. Naast het histogram van je camera biedt een externe recorder vaak ook nog een waveform op het scherm, waarmee de verdeling van lichte en donkere partijen in het beeld nog inzichtelijker wordt. Op dit moment biedt alleen de Sigma fp de mogelijkheid om direct op een ssd op te nemen via de usb-C poort, alle andere camera’s hebben hiervoor een externe recorder nodig die het hdmi-signaal converteert naar digitale data.

Met een externe recorder, zoals deze van Atomos, kunnen grotere hoeveelheden videodata via de hdmi-uitgang van de camera opgenomen worden.

Stabilisatie

Om mooi bewegend beeld te krijgen zijn niet alleen de juiste accessoires voor je camera van belang, maar ook hoe je je camera beweegt en stabiliseert. Stabiel beeld en mooie bewegingen zorgen ervoor dat kwalitatief goed filmbeeld fijn is om naar te kijken. Beweging is wat de videograaf van de fotograaf onderscheidt, maar laten we beginnen met het schieten van stabiel beeld. Daar zijn de nodige accessoires voor te krijgen, maar heel veel heb je eigenlijk niet nodig. In principe volstaat een degelijk statief. Heeft dit statief een videokop dan zijn vloeiende bewegingen mogelijk door de vertraging in de mechanismen van de videokop. Gebruik je een gewoon fotostatief dan kun je beter frequenter van positie wisselen dan proberen vloeiende bewegingen vanaf het statief te maken. Moet je aaneengesloten filmen en heb je geen statief met videokop, dan is een monopod vaak een betere oplossing. Zo’n statief stabiliseert naar boven en naar onderen en als je het goed gebruikt ook naar voren en naar achter. Gebruik een eenbeen­statief niet als een paal die je recht voor je zet, maar zie het liever als de derde poot van een statief, waarvan je zelf de eerste twee poten levert. Zet hem dus schuin naar je toe of desnoods schuin van je af en zet hem een beetje onder druk. Je vormt nu samen met je monopod een stevige drie-eenheid. Je kunt dit verbond nog verstevigen door een extra contactpunt met je lichaam te zoeken. Dit kan door je ellebogen stevig tegen je aan te drukken of je hoofd als extra stabilisatiepunt te gebruiken door het gebruik van de elektronische camerazoeker. Ook een loepzoeker op het scherm is daarvoor heel geschikt, die werkt soms zelfs fijner dan de zoeker van een systeemcamera aangezien de loepzoeker verder naar achteren uitsteekt. Op deze manier zijn zelfs kleine vloeiende bewegingen naar links en rechts mogelijk als je de voet van het statief als draaipunt gebruikt. Er zijn ook monopods speciaal voor video. Deze hebben onderaan een uitklap voetje, waar je een voet op kunt zetten om wegglijden te voorkomen. Ook zijn deze statieven voorzien van een balhoofd onderaan en een videokop bovenop, zodat vloeiende pan- en tiltbewegingen mogelijk zijn. Met wat oefening zijn met zo’n statief zelfs kleine bewegingen naar voren en achter mogelijk die lijken op in- of uitzoomen. Het eenbeenstatief is doordat je het zo makkelijk kunt verplaatsen, licht van gewicht is en weinig ruimte inneemt zeer geschikt voor het filmen van events. Met wat oefening is het eenbeenstatief misschien wel de meest universele en budgetvriendelijke stabilizer die je voor video kunt krijgen.

Uiteraard is uit de hand filmen ook mogelijk. Zeker wanneer je een camera met ingebouwde beeldstabilisatie kunt combineren met een objectief met beeldstabilisatie. Je kunt zo gemakkelijker de actie volgen. Voor langere shots of shots met vloeiende bewegingen is echter wel wat oefening nodig. Dat lukt vaak beter met stabilizers zoals een schouderstatief, een steadycam of een gimbal. Schouderstatieven zijn er in vele vormen en maten. Vaak wordt de Engels term shoulder rig gebruikt. Voor een fotocamera kun je met een relatief eenvoudig schouderstatief toe. Het totale gewicht inclusief objectief is immers gering. Zware contragewichten zijn evenmin nodig. Wil je toch wat contragewicht dan kun je daar eventueel je geluidsrecorder en extra accu voor gebruiken. Traditioneel heeft het schouderstatief twee handgrepen. Dat geeft de meeste stabiliteit. De scherpte verleggen tijdens de opnamen kan dan echter alleen met een (elektronische) follow focus aan één van de handvaten of door gebruik te maken van de autofocus van je camera. Je ziet dan ook steeds vaker schouderstatieven met maar één handvat in het midden. Daarmee hou je een hand vrij voor de bediening van je camera en de scherpstelling of om in of uit te zoomen. Werk je met een steadycam of elektronische gimbal, dan is handmatig scherpstellen tijdens de opnamen uiteraard geen optie. Je hebt dan de keuze tussen fixed focus met een grote scherptediepte of de automatische scherpstelling van de camera. Als videograaf kun je dus met een spiegelreflex of systeemcamera praktisch alles doen wat met een professionele videocamera mogelijk is. Je zult er alleen, afhankelijk van de opnamen, de juiste attributen bij moeten gebruiken om de tekortkomingen van de fotocamera voor video te compenseren. Blijft dat je nog steeds voor relatief weinig geld video-opnamen kunt maken die zich kwalitatief kunnen meten met de betere videocamera’s en dat je daarnaast ook een goede fotocamera tot je beschikking hebt.

Lees hier de voorgaande afleveringen uit deze reeks:
Filmen met je fotocamera #1: Hoe video onderdeel van de fotocamera werd
Filmen met je fotocamera #2: HOE STEL JE JOUW CAMERA IN?

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Geef je reactie!
Schrijf hier je naam