Het beeld van die golvende, dichte mist staat nog op mijn netvlies. Twee foto’s in een van onze fotoboeken getuigen nog van dat fenomeen; foto’s door mijn vrouw met haar Yashica T4 compactcamera gemaakt. Poëtisch ingestelde mensen, waaronder kunstenaars, associëren mist en neveligheid met begrippen als sereen, stil, spiritueel, magisch, romantisch en wellicht ook met desoriënterend, eng of onheilspellend: de nevelslierten over het land ’s avonds worden ‘witte wieven’ genoemd… die brengen niet veel goeds mee. Deze mistbanken of -flarden werden (worden?) gekoppeld aan heksen of spoken. De meteoroloog, de wielrenner, de winterschilder, de boer, de dichter: iedereen heeft andere associaties met mist.



Het verschijnsel mist
Mist kan in verschillende gedaantes aanwezig zijn: als grondmist, of totaal, in verschillende dichtheden, lokaal zoals boven een rivier, als mist van zee, enzovoorts. Ook de damp na een zomerse stortbui, of stoom afkomstig van hete bronnen veroorzaakt neveligheid die (deels) het zicht ontneemt. Lichtbronnen zoals koplampen worden verstrooid, zonlicht door de mist heen veroorzaakt allerlei reflecties, kleur- en contrastveranderingen en in het bos verschijnen de bekende zonneharpen. Er zijn bekende mistfenomenen te onderscheiden:
• Naarmate onderwerpen verder weg zijn, verliezen ze kleur, contrast, dieptewerking en helderheid.
• In de mist worden alle objecten, dus ook de donkere, veel lichter weergegeven. Hoe verder weg, hoe lichter.
Het moment van de dag bepaalt daarnaast nog de algehele helderheid. Dan is er ook het verschil in effectieve uren daglicht: op 21 december duurt de daglichtperiode precies 7 uur en 44 minuten. Het maakt veel verschil of dit een heldere vriesdag is, of een zwaarbewolkte dag met mist. Op 21 maart (het begin van de lente) is het al 12 uur en 15 minuten licht. En ben je in de midzomer op IJsland, dan zie je de zon nét niet ondergaan…



Veelsoortig
De laagstaande winterzon veroorzaakt warmere kleuren dan een hoog aan de hemel staande zomerzon. Bij mist ontstaan visueel aantrekkelijke effecten. Vooral in tegenlicht kijkend worden voorgrond, middenplan en achtergrond volkomen ‘anders’ weergegeven dan op een lichtbewolkte, heldere dag. Wat dichtbij is, krijgt veel meer aandacht door de driedimensionaliteit, tastbaarheid van de dingen. De verten zijn onduidelijk; alles is er veel lichter en objecten daarin ogen zo vlak als coulissen. Dat ontgaat visueel ingestelde mensen niet. De anders zo vertrouwde, bekende omgeving wordt schijnbaar gedecimeerd, verliest achtergronddetails. Het lijkt zelfs stiller te worden. Het zicht wordt beperkt en dat doet iets met ons. Soms verplaatsen mistslierten zich, vooral bij meer wind. Dan wordt een deel van het landschap ‘normaal zichtbaar’ en het mistgedeelte niet. IJsmist veroorzaakt rijp. Bij een zicht van 400 meter is de omgeving nog goed te herkennen, maar bij zeer dichte mist van, laten we zeggen, 50 meter zicht kun je zelfs in een bekende omgeving verdwalen. In de zomer lost mist door de warmte snel op, bij westenwind gaat dat nog sneller. Nevel ervaren we als een heel lichte mist. In een tropische stortbui komen, naast grote regendruppels, veel dampen vrij; ook dat ervaren we als een vorm van mist. Ook nevels in zware industriegebieden kunnen mist bevorderen evenals kruitdampen uit vuurwerk en de stoom van vulkanen.



Tips
• Vooral de herfst en winter zijn uitgesproken mist-jaargetijden.
• Omdat alles nat wordt, kleed je je zoals in de regen.
• Zeker in het bos is het donkerder dan je denkt. Neem een licht statief mee, vertrouw niet op de beeldstabilisatie in de camera en/of het objectief.
• Aan bijgaande foto’s is al te zien dat langere brandpuntsafstanden de coulissewerking versterken. Neem in ieder geval een tele(zoom)objectief mee.
• Bescherm je apparatuur tegen vocht. Een zonnekap voorkomt druppels op de frontlens.
• Zorg dat je op tijd op de beoogde locatie bent. Vaak is de vroege ochtend gunstig.



Dezelfde eikenstrubbe, op de Wilde Kamp in Garderen. Bij mist neem ik op wandelingen altijd een camera mee. De diversiteit in de weergave is groot. (eind oktober in de ochtend en in december tussen de middag). De anders zo aanwezige bosachtergrond speelt nu geen rol. © Mich Buschman
• Wissel niet van objectief: met name bij systeemcamera’s is er kans op condens of druppels op de sensor.
• Ga op goede standpunten af; verspil geen tijd aan ter plaatse moeten zoeken.
• Objecten voorin zijn je onderwerp.
• Hier ligt een uitgelezen kans om je (gevoel voor) compositie verder te ontwikkelen.
• Als de zon doorkomt, ontstaat meer sfeer.
• Wees niet bang voor hogere ISO-waarden in de huidige camera’s. De ISO 400 en 800 van nu presteren als de 50 en 100 van toen.
• Korreligheid en lichte ruis kunnen de sfeer in mistopnames bevorderen, met name bij zwart-wit.
• Vanaf een hoog standpunt kijk je óp het wolkendek. In bergland is dat een goed bereikbare optie. Uiteraard geldt dat ook voor opnemen vanonder een drone.
• De autofocus hunt soms, vooral als er geen duidelijke contrastherkenning is. Ga over op handmatig scherpstellen (met focus peaking) en controleer na de opname of het scherptevlak dáár ligt waar je dat echt wilde.
• Controleer meteen ook of er naar jouw smaak genoeg scherptediepte is.
• Ontwikkel oog voor silhouetten.

• Omdat de bekende omgeving soms ‘nieuw’ lijkt door het verdwijnen van achtergronddetails, kun je nog bewuster omgaan met je onderwerpen.
• Belicht standaard een stop-over. De lichtmeter in de camera is afgesteld op een gemiddelde (middengrijs) helderheid, en dat levert te donkere resultaten op.
• Fotografeer in raw. De software in de camera’s voert contrasten en scherpte in jpeg-bestanden op, waardoor een deel van de zachte sfeer verloren gaat.
• Verloopfilters die de lucht afdonkeren, komen onwerkelijk over. Mist ervaren we als egaal helder.
• Je kunt de witbalans vastzetten op bewolkt weer. De AUTO-stand geeft veel variaties in de kleurweergave van het grijs.
• De beeldstijl Landschap geeft verzadigdere kleuren. Die kunnen zinvol zijn.
• Ook bij kunstlicht in de steden en in de avond kunnen mistopnames fraai uitpakken.
• Met (invullend) flitslicht in de mist heb ik geen fraaie resultaten behaald.
• Insecten zijn in de – koude – ochtendmist traag en vaak bedekt met zeer kleine druppeltjes. Close-up en macrofotografie zijn prima te doen bij mist.
• Fotograferen in de mist vergt oefening…

Dit artikel komt uit Focus januari/februari 2022.
Lees hier deel 2:
Het mysterie mist #2 De bewerking