
“Ik was de enige fotograaf daar”
Wie?
Vincent Mentzel (74), fotojournalist, 40 jaar werkzaam geweest als staffotograaf van NRC Handelsblad (1973-2011). NVF-lid sinds 1970. Voor vele collega’s geldt hij als een van de nestors van de Nederlandse fotojournalistiek. Mentzel heeft zijn werk meerdere malen onderscheiden gezien met prijzen, zoals de eerste prijs in de categorie Nieuws van de World Press Photo. Ook is hij tweevoudig winnaar van de Zilveren Camera. Naast zijn reguliere werk als fotojournalist heeft Vincent Mentzel ook een groot aantal tentoonstellingen op zijn naam staan. Verder heeft hij vier keer officiële portretten van koningin Beatrix gemaakt (onder andere gebruikt op een Nederlands muntstuk en een postzegel). Een deel van het oeuvre van Mentzel is inmiddels in eigendom van het Rijksmuseum Amsterdam. “Na mijn (afgebroken) studie aan de Rotterdams Kunstacademie, nu de Willem de Kooning Academie geheten, heb ik van 1967 tot 1968 als assistent bij de Amsterdamse theaterfotografe Maria Austria gewerkt. Ik ging iedere dag per trein van Rotterdam op en neer naar Amsterdam.
Vanaf 1969 tot 1973 heb ik als freelance fotograaf gewerkt voor onder andere het Algemeen Dagblad en NRC Handelsblad. In 1973 ben ik bij NRC Handelsblad als staffotograaf in vaste dienst gekomen. Met zekere regelmaat is mijn werk ook gepubliceerd in buitenlandse media als Newsweek, Time en Time Magazine. John G. Morris, fotoredacteur van the New York Times was door de jaren heen een belangrijk klankbord voor mijn werk. Evenals NRC-fotoredacteur Nicole Robbers.”
Wat?
“1977, Praag, Tsjecho-Slowakije. Het was de ontmoeting tussen professor Jan Patocka, vertegenwoordiger van de Tsjechische democratische beweging Charta 77 en de toenmalige Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Max van der Stoel. Het was een politiek zwaar beladen tijd in de Koude Oorlog tussen het Communistische Oostblok en de Westerse democratie Nederland. Het was een zeer emotioneel moment toen de Nederlandse journalist Dick Verkijk professor Jan Patocka, de woordvoerder van Charta 77, de hotelkamer van minister Max van der Stoel binnen bracht – onder de woedende blikken van de Tsjechische geheime dienst. Aanwezig waren een aantal ambtenaren en diplomaten en Nederlandse journalisten. Ik was de enige fotograaf daar en wist dus dat het moment bijzonder, maar ook exclusief was. De Nederlandse TV was op straat aan het filmen.
Na afloop van de ontmoeting heeft Max van der Stoel mijn filmrollen in zijn zak gestoken, met de woorden: ‘Geef die maar aan mij, buiten kan er wel een tram uit de rails lopen’.
Pas na terugkeer in Nederland, twee dagen later, kon de foto in NRC Handelsblad op de voorpagina exclusief gepubliceerd worden. Vervolgens heeft de foto ook in Newsweek gestaan en vele andere bladen. Tot op de dag van vandaag speelt de foto een belangrijke rol in de geschiedenis van Tsjechië. Hij hangt sinds een aantal jaren in de Nederlandse Ambassade in Praag. Ook is er in Praag een plein naar Max van der Stoel vernoemd.” en wist dus dat het moment bijzonder, maar ook exclusief was. De Nederlandse TV was op straat aan het filmen.
Na afloop van de ontmoeting heeft Max van der Stoel mijn filmrollen in zijn zak gestoken, met de woorden: ‘Geef die maar aan mij, buiten kan er wel een tram uit de rails lopen’
.Pas na terugkeer in Nederland, twee dagen later, kon de foto in NRC Handelsblad op de voorpagina exclusief gepubliceerd worden. Vervolgens heeft de foto ook in Newsweek gestaan en vele andere bladen. Tot op de dag van vandaag speelt de foto een belangrijke rol in de geschiedenis van Tsjechië. Hij hangt sinds een aantal jaren in de Nederlandse Ambassade in Praag. Ook is er in Praag een plein naar Max van der Stoel vernoemd.”
“Tot op de dag van vandaag speelt de foto een belangrijke rol in de geschiedenis van Tsjechië.”
Dit artikel is afkomstig uit Focusmagazine 7 2020.