Het was een merkwaardige timing. Op de dag dat Canon de gloednieuwe EOS R-systeemcamera aan de wereld voorstelde, kondigde het ook twee nieuwe teleobjectieven aan met EOS EF-lensvatting voor spiegelreflexcamera’s. Japanse bedrijven doen zelden iets zonder reden. Wellicht wilde Canon een boodschap sturen aan de vele miljoenen gebruikers van EOS-spiegelreflexcamera’s: we zijn jullie niet vergeten, en alhoewel we geloven dat EOS R de toekomst is, zullen we ook voor EOS EF nog nieuwe objectieven blijven ontwikkelen. Met de EF F2.8/400 mm L IS III USM en de EF F4/600 mm L IS III USM brengt Canon in ieder geval twee aantrekkelijke supertelelenzen waar sport- en wildlife-fotografen van zullen watertanden.

Afgeslankt
Het meest opmerkelijke aan beide nieuwkomers is de forse afslankkuur die ze hebben ondergaan. De EF F2.8/400 mm L IS III USM weegt met een gewicht van 2.840 gram ruim één kilo minder dan de voorganger, de EF F2.8/400 mm L IS II USM (3.850 g) en de Nikon AF-S Nikkor F2.8E/400 mm FL ED VR (3.800 g). De EF F4/600 mm L III USM weegt 3.050 gram, ongeveer 800 gram minder dan de EF F4/600 mm L IS II USM (3.850 g) en de Nikon AF-S Nikkor F4E/600 mm FL ED VR (3.810 g). Een blik op het optisch ontwerp van beide objectieven leert hoe die gewichtsreductie gerealiseerd werd. De meeste lenselementen zitten nu in het midden van de lenstubus in plaats van aan de voorzijde. Daardoor is de diameter van deze elementen kleiner, en dus wegen ze ook minder. Het voorste lenselement heeft wel dezelfde diameter behouden, maar is uit een lichtere glassoort vervaardigd. Door dit nieuwe ontwerp ligt het zwaartepunt van het objectief ook meer in het midden dan bij de voorgangers. Daardoor is het gemakkelijker om de lens te ondersteunen en in combinatie met het lagere gewicht zorgt dat ervoor dat je met deze nieuwe objectieven ook uit de hand kunt fotograferen. Voor deze test heb ik dat gedaan, en ja, het werkt.

Samen met een full-frame camera zoals de EOS 5D Mark IV die ik gebruikte blijft het gewicht onder de 4 kilo. Dat blijft niettemin een behoorlijke last. Als je lang wilt fotograferen blijft een statief of monopod aan te raden om schouder- of rugpijn te vermijden. De objectieven kregen de nieuwste versie van Canons Image Stabilizer (IS) -technologie voor optische beeldstabilisatie. Deze levert volgens Canon een winst op van vijf stops, wat in de praktijk wil zeggen dat je met sluitertijden van 1/30 of zelfs 1/15 nog scherpe opnames zou kunnen maken. Bij mij waren met 1/15 ongeveer een kwart van de opnames nog scherp te noemen. Uiteraard heeft beeldstabilisatie alleen nut als je onderwerp zelf niet beweegt: om bewegende onderwerpen scherp af te beelden blijft een korte sluitertijd nodig.
Bouw
De lenzen zijn verpakt in de typerende witte topcoat van de telelenzen uit de Canon L-serie. Deze dient als warmte-isolerende laag om te verzekeren dat de lenzen bij alle temperaturen goed functioneren. Een beschermende afdichting voorkomt binnendringen van stof en vocht, terwijl een fluor-coating op de frontlens het reinigen vergemakkelijkt. De objectieven worden geleverd in een zachte draagtas en met een (uiteraard) forse zonnekap. De statiefgondel bevindt zich dichter bij de achterzijde dan op vorige versies, omwille van het veranderde zwaartepunt van de lens. Er is een insteek-slot voor filters van 52 mm en er wordt een Canon Protect-filter meegeleverd.

Bediening
De lenzen beschikken over tal van bedieningsknoppen waarmee je de werking kunt aanpassen aan jouw manier van werken en onderwerp. De handleiding lezen is geen overbodige luxe! De scherpstelling is in te stellen op autofocus, manuele focus of Power Focus (PF); bij deze laatste verandert de scherpstelling trager en geleidelijker, wat voor video een groot voordeel is. Het is nu mogelijk om twee verschillende scherpstelafstanden in het geheugen op te slaan en deze snel op te roepen door de Playback-ring aan de voorzijde naar links of naar rechts te draaien. Hierdoor kun je bijvoorbeeld bij sportwedstrijden snel scherpstellen op een doel, zonder risico dat de autofocus scherpstelt op spelers die tussen camera en doel bewegen. Met de focusbegrenzer laat je de autofocus in een beperkt bereik werken (EF 400 mm: 2,5 tot 7 m of 7 m tot oneindig, EF 600 mm: 4,2 tot 16 m of 16 m tot oneindig). Voor de IS-beeldstabilisatie zijn er drie instellingen: normaal, panning (horizontaal of verticaal) en panning zonder correctie tijdens het volgen. Die laatste maakt het gemakkelijker om onvoorspelbaar bewegende onderwerpen te volgen.
Beeldkwaliteit
Wat betreft beeldkwaliteit heb ik geen noemenswaardige verschillen tussen beide objectieven geconstateerd. In het centrum zijn beide lenzen haarscherp, ook bij de maximale opening. De scherpte blijft zeer goed aan de beeldranden. De 400 mm toont een heel lichte kussenvervorming, maar tenzij je vooral bakstenen muren fotografeert zul je daar in de praktijk niets van merken. Bij de maximale diafragma’s is er lichte vignettering in de hoeken. Voor heel wat onderwerpen stoort deze niet, maar bij het fotograferen van vogels tegen een heldere lucht is ze wel zichtbaar – tenminste als je in raw fotografeert, want voor het jpeg-formaat wordt de vignettering reeds in de camera gecorrigeerd. De autofocus werkt snel, betrouwbaar en stil.


Conclusie
De Canon EF F2.8/400 mm L IS III USM en de Canon EF F4/600 mm L IS III USM zijn de paradepaardjes bij de tele-objectieven van Canon. Ze leveren ronduit indrukwekkende resultaten, zijn aan te passen aan de opnamestijl van de fotograaf en ook nog eens een heel stuk lichter dan vorige versies. Voor al dat fraais betaal je wel een behoorlijke prijs. Bedenk dan dat bij zulke objectieven duur glas en dito onderdelen worden gebruikt die volledig met de hand geassembleerd worden, en dat de productieaantallen laag liggen. Wie de aanschaf kan verantwoorden, krijgt een fenomenaal objectief in handen.