“Klik, klik klik, en het moment was over”
Wie?
Marcel van den Bergh (53). “Ik werk al zo’n dertig jaar voor De Volkskrant als vaste freelance fotojournalist. Net zo lang ben ik ook lid van de NVF. Zoals zoveel jongeren wist ik na mijn middelbare school, de havo, niet precies wat ik verder wilde. Ik was creatief en goed in tekenen. Dus besloot ik om naar de kunstacademie in Tilburg te gaan. Daar kreeg ik voor het eerst in mijn leven te maken met fotografie, een uurtje in de week. Het was magisch, het gestoei met de werkelijkheid tijdens het fotograferen, en het gestoei met de chemicaliën daarna in de doka. Ik switchte naar de Academie voor Beeldende Vorming Sint Joost, waar ik me volledig kon toeleggen op de fotografie. Ik ben een buitenmens, een slenteraar, en ik verwonderde mij altijd al over wie wij als mens zijn en wat we doen en waarom. Dat was ook de reden dat ik mij ontwikkelde in de documentaire en journalistieke richting. Ik wilde dichtbij zijn daar waar het gebeurde en mijn ‘ohhh- en ahhh-gevoel’ vastleggen. Ik vond destijds een mooie stageplek bij de Krant op Zondag, een journalistiek project dat zo’n twee jaar heeft geduurd. Ik mocht daar grote nieuwsonderwerpen in het buitenland doen, maar toch bleef het dagelijkse leven in Nederland mij even zozeer trekken. De Krant op Zondag ging in 1992 ter ziele. In dat jaar slaagde ik ook op de Academie.
Ik was ondernemend en zocht mijn eigen thema’s die ik wilde fotograferen. Die bood ik aan bij diverse kranten. Ik woonde ver weg van de redacties en reed dan ’s avonds met drogende foto’s op de achterbank naar Amsterdam, zo’n 100 km heen en 100 km terug. En dan maar hopen dat er een keer eentje ook in de krant kwam. Al vrij snel bleef ik hangen bij De Volkskrant en tot op de dag van vandaag denk ik dat dit precies de plek is waar ik hoor.”
Wat?
“De Volkskrant stuurde mij op 4 augustus dit jaar naar Leiden, waar studenten zich voorbereidden op hun nieuwe studiejaar in coronatijd. Zij waren druk bezig met het maken van grote tafels conform de regels rond de anderhalve meter samenleving. De discussie rond het gebruik van mondkapjes was op dat moment in deze crisis al erg actueel.
De klus geklaard, reed ik naar huis over een doorgaande weg het centrum van Leiden uit. In een flits zag ik rechts van de weg een tafereel dat ik nooit had kunnen bedenken. Maar wat erg: ik kon niet stoppen. Een paar honderd meter verder was een tankstation-netje en, inmiddels al vol adrenaline, reed ik erop af. Helaas kon ik mijn auto er niet kwijt op een normale parkeerplek, dus ik rende naar binnen met de vraag of ik heel even een pomp bezet mocht houden. Dat vond de pompbediende niet goed. Teleurgesteld liep ik terug naar mijn auto en ik besefte dat ik mijn foto niet zou maken. Ik reed verder en kwam na zo’n vijfhonderd meter bij een rotonde. Mijn intuïtie maakte dat ik hem automatisch helemaal rond reed en versneld dus de weg op de andere rijbaan terug nam. Ik kwam weer in de buurt en nam een parallelweg. Op tweehonderd meter van de plek hield die op. Ik liet mijn auto staan in de berm en rende, al lenzen wisselend, verder. De kans was klein dat mijn beeld er nog was, maar ik ging ervoor. Ik bedacht onderweg – al struikelend over graspollen – mijn sluitertijd, diafragma en ISO-instelling. En ik zag het, in de verte: de bus kwam eraan. Maar mijn onderwerp stond nog precies zo. Ik had geen vijf seconden later moeten komen. Bij de bushalte; links twee pratende dames in een nikab en rechts twee dames pratende met mondkapjes. Nog in de loop fotograferen, klik klik klik, en het moment was over. De bus werd opgemerkt en ze stapten in. Pffff…. dit was wel even mijn moment.
De foto is ongeveer een week later in De Volkskrant gepubliceerd bij een algemeen artikel over het dragen van mondkapjes.”
Dit artikel is afkomstig uit Focusmagazine 12 2020.