Vandaag was weer zo’n dag: portretten bewerken in Lightroom en Photoshop, mijn weapons of choice. Ik bewerk veel onderweg of op de bank, dus de cloud en bewerkingsprogramma’s die op mijn laptop en tablet of telefoon werken, hebben de voorkeur.
Ik hou eigenlijk helemaal niet zo van bewerken. Jij? Wat ik vervelend vind, is de situatie zoals ie was veranderen. Het zal mijn diepgewortelde liefde voor straatfotografie zijn. Dat is toch meer registrerend. Natuurlijk, ik ben ook bijna vijftig, dus iets minder diepe groeven in mijn gezicht vind ik ook prettig. “Als het er over twee weken niet meer zit, probeer ik het weg te halen”, dat is mijn belofte meestal.
Er zijn mensen die zich kunnen verliezen in het bijwerken van frisse zaken als mee-eters, rode vlekken in een nek en droge schilfers. Die het heerlijk vinden te spelen met lagen in Photoshop en de transparantie van die lagen. Die de textuur veranderen en mensen van eind dertig een huidje geven van begin dertig. Die mensen kunnen de straat ontdoen van achteloos weggegooide Starbucks-bekers, sigarettenpeuken en gelekte olie zonder dat je dat ooit in de gaten hebt. Maar portretfotografen met een passie voor fashion en Photoshop zijn volgens mij zelden tevreden straatfotografen. Straatfotografie is ook loslaten, en laten zijn wat er is.
Belangrijk om te vermelden is dat de straatfotograaf eigenlijk nooit alleen maar straatfotograaf is. Vaak is hij of zij ook consultant, of autoverkoopster. Zij heeft een krantenwijk, of hij werkt in de Albert Heijn to go. Of doet, zoals ik, ook veel werk voor bedrijven. Social mediacontent maken, websitemateriaal. Straatfotografie, maar dan in een bedrijf. Er valt nu eenmaal geen droog brood te verdienen met straatfotografie, maar mijn hart ligt daar!
Een straatfotograaf maakt liefst in de camera al het gerede product. Op mijn Fujifilm-camera gebruik ik Acros+Geel en zet ik mijn schaduwen en hooglichten op +1. De jpg die dan wordt gemaakt, is eigenlijk al klaar voor Instagram, of kan aan de muur. Omdat ik ook portretten maak, heb ik me toch moeten verdiepen in de Clearasil van de fotografie: het retoucheren. Dat we er zo’n moeilijk woord voor gebruiken, zegt genoeg. Oppoetsen. Mensen mooier maken. Jezelf frustreren, omdat de norm anders is dan wat je op je scherm ziet.
Gewetensvraag: als de portretten alleen voor de website en social media zijn, hoe ver moet je dan gaan? Is het dan wel realistisch om een uur bewerking te rekenen aan je klant? Of kun je beter even onderuit gaan zitten, de foto op een afstandje bekijken, en als een straatfotograaf besluiten dat de wereld is zoals ie is? Het doel heiligt de bewerkingstijd.
Toch iets om over na te denken als jij je de volgende keer druk maakt over dat ene puistje dat maar niet weg wil. Misschien mag dat puistje er best zijn!
deze column komt uit Focus april 2023