
Deze serie gaat over Nederlandse jongeren en hoe zij gebruikmaken van de openbare ruimte als skater, bmx-er of freerunner. Hiervoor portretteerde Erik van Cuyk in 2020 circa 100 jongeren tussen de 16 tot 22 jaar. Elk portret is gekoppeld aan een stedelijke plek waar de jongere graag verblijft. De portretten en de locaties worden naast elkaar, als tweeluiken, gepresenteerd. Zo legt Erik de nadruk op de eigenheid van de jongeren.
Erik, je fotografeert nog niet heel lang, je hebt in korte tijd al veel bereikt.
“Ik heb diverse uiteenlopende dingen gedaan voordat ik de fotografie ontdekte. Na mijn middelbare school wilde ik muzikant worden. Ik speelde in een band en we wilden de wereld veroveren. Toen dat wat lastiger bleek dan gedacht ben ik ‘gewoon’ werk gaan zoeken. Ik was inmiddels afgestudeerd aan de Universiteit Nijmegen als jurist. Vanaf dat moment heb ik bij zowel de overheid als in het bedrijfsleven verschillende banen gehad, in met name in de duurzaamheids-sector.
Alhoewel mijn zoektocht vaak ook als een struggle aanvoelde, merk ik nu dat al die ervaringen niet voor niets zijn geweest. Want een proces of een project managen is mij niet vreemd en ook dat is een onderdeel van het fotograaf zijn. Maar bovenal voel ik dat ik inhoudelijk sterker ben door alles wat ik gezien heb. In mijn foto’s zie je dit terug, mijn blik op de wereld, op de maatschappij, komt daarvandaan.
Ik fotografeer nu zo ongeveer 2½ jaar op professioneel niveau. Ik ben eind 2018 afgestudeerd aan de Fotoacademie Amsterdam en het gaat de laatste tijd inderdaad lekker. Onlangs had ik een spread-artikel in het NRC, dat doet me goed. Het is tof om te zien dat mijn werk een plek krijgt. Het mooiste was vorig jaar: een email van niemand minder dan Martin Parr, waarin hij aangaf dat hij mijn werk mooi vond. Ik heb even staan springen in mijn studio!”

Kasper is sinds kort vanuit het oosten van het land verhuisd naar Rotterdam. Hij kwam er als freerunner al geregeld. Kasper leert veel van zijn vrienden via de straat.
Hoe ben je op het idee voor deze serie gekomen?
“Ik kies veelal onderwerpen die me aan het hart gaan. Ik heb het te doen met jongeren. Ik vind dat wij, als volwassenen-maatschappij, het momenteel niet goed voor hen regelen. Van woningmarkt tot corona, het is visieloos. Het ergst vind ik nog dat we steeds meer de economie heilig verklaren. Iedere afwijking van de waarden die daarin belangrijk zijn, wordt weggeduwd. Dat terwijl jonge mensen juist zoveel kunnen bieden – mits ze voldoende ruimte krijgen om hun eigen talenten exploreren.
Toen ik deze serie startte, zat ik met de vraag: vertel ik het verhaal met portretten alleen? Of met stedelijk landschapsbeelden? Of het portret op locatie? Totdat ik inzag dat ik het los moest koppelen. Ik heb dat een keer eerder gedaan met een documentaire serie over veteranen in Bronbeek Arnhem en dat werkte sterk. Ik heb uiteindelijk honderd jongeren door heel Nederland gefotografeerd. Ik gebruikte een zwarte achtergrond en Rembrandtlicht – dat voor verstilling zorgt. En naast het portret de lege plek in de publieke ruimte waar ze veel zijn. Ik wilde de eigenheid, het individu, loskoppelen van de omgeving, van de maatschappij waarin ze (moeten) functioneren. Door de jongere in een tweeluik naast de locatie te plaatsen, richt je de aandacht op de individuele kracht. De lege publieke ruimte ernaast is een reflectie op de samenleving.”
Je hebt de portretten tegen een donkere achtergrond gemaakt. Waar heb je bij de omgevingsfoto’s op gelet?
“Ik benader mijn locatiebeelden ook als portretten. Stedelijk-landschappelijke-straatfotografie-portretten-met-documentaire-inhoud noem ik ze wel, haha! Ik werk in ieder geval met dezelfde opperste concentratie. Ze zijn ook allemaal in portretstand geschoten. Ik let zeker op lijnenspel, structuren van materiaalsoorten, schaduwwerking en kadrering, maar bovenal wacht ik totdat ik iets voel. Lastig om in woorden uit te leggen, maar ik speur naar een bepaalde sfeer. Het lijkt dan alsof de objecten in beeld mij aanspreken, mij iets willen vertellen. Klinkt zweverig, maar ik kan er niets anders van maken. Overigens kan ik er soms dagen naar zoeken en dan zonder foto naar huis gaan.”

Hoe ben je in contact gekomen met de jongeren?
“Het ging vooral via via. Een vriendin van mijn dochter is skater en met haar ben ik begonnen. Zij vroeg weer een andere skater, enzovoort. Ook via Facebook-groepen en de jongerenorganisatie Dynamo Eindhoven heeft mij geholpen. Het mooie is dat het hechte communities zijn, met een vriendelijke en relaxte cultuur. Neem bijvoorbeeld bmx-ers, echt alle bmx-ers in Nederland kennen elkaar! Het coronajaar en de lockdown hielpen ook wel moet ik zeggen, want iedereen had de tijd en ook wel zin om er even uit te zijn.”
In hoeverre had corona nog meer invloed op de serie?
“De regel was 2 meter afstand (dat ging prima met mijn portretlens van 85mm), no handshake, en als iemand zich tevoren grieperig zou voelen, dan zouden we de shoot cancelen.
De lockdown hielp verder in zoverre mee dat het buiten lekker rustig en leeg was; het voelde alsof de stad zich aan mij presenteerde als een leeg decor. Ik heb bijvoorbeeld op het Hofplein in hartje Rotterdam, gestaan op een donderdagmiddag om 12 uur en het was helemaal stil. Een zonnetje en hier en daar een verdwaalde hondenuitlater op een plek waar het normaal wemelt van mensen en verkeer. Echt heel erg vervreemdend. Ik vind het eigenlijk wel gaaf dat ik het zo heb meegemaakt. Dat is het voordeel van fotograaf zijn ook toch? Je staat soms middenin de historische momenten, frontline.”

Negara studeert cyber security governance en skate nu ongeveer vier jaar. Ze doet dit om elk moment van de dag naar buiten te kunnen en even nergens aan te hoeven denken.
Je hebt met een buitenstudio gewerkt, wat had je allemaal bij je?
“Ik heb drie opvouwbare achtergrondschermen, die ik opklap en waar ik met klemmen een donkere cabine van maak. Om het licht van boven tegen te houden werkte ik onder tunnels en bruggen. Die zocht ik van tevoren op via Google Maps in de stad waar de jongere woont. Wat licht betreft werk ik met één reportageflitser in een grote softbox. Ik kan de hele set in ongeveer tien minuten hebben staan en ik kan het in mijn eentje in één keer vervoeren. Ik hou van die flexibiliteit. Feitelijk werk ik als een straatfotograaf.”
Hebben de jongeren je nieuwe inzichten bijgebracht?
“Ja dat heb ik. Het mooie is dat ik weer wat over mijzelf heb geleerd. Niet dat ik het project zo ben gestart, maar ik kom er dan toch weer achter dat er een heleboel zelfonderzoek in heeft gezeten. Toen ik zelf zo rond de zeventien jaar was, heb ik behoorlijk wat voor mijn kiezen gehad. Door mijn thuissituatie ben ik onvoldoende geholpen met het maken van de juiste keuzes. Ik voelde de maatschappij en de economie trekken, werd er voor mijn gevoel als in een machine ingezogen. Dat heeft mij niet gelukkiger gemaakt. Anderzijds kan ik daar nu wel goed mee dealen en, zoals ik al eerder zei, levert het me nu ook voordeel op.
Ook heb ik bij de geportretteerde jongeren veel veerkracht en een soort van flamboyante levenshouding gezien. Zo van, ‘boeien, ik zie het allemaal wel op me af komen’, als het gesprek over de toekomst ging. En veel humor. Het geeft mij hoop en vertrouwen in ‘the next generation’.”

Siem is dagelijks op een skatebaan te vinden, soms meer dan 8 uur op een dag. Siem wil ver komen als skater, hij wordt als ‘wreckless’ gezien. De dag na de portretshoot brak hij zijn voet.
Is dit je eerste grote tentoonstelling? Krijg je leuke reacties?
“Fotofestival Naarden is afgezien van een aantal kleine exposities mijn tweede echte serieuze tentoonstelling. Met mijn afstudeerproject Rijnwijk Mijn Wijk, over een volkswijk in Arnhem die gesloopt gaat worden, stond ik eerder op het Emerging European Talent-onderdeel van de Voies Off Arles fotofestival (FR).
Ik krijg mooie reacties op PLAYGROUND 2020. Op het festival zie ik dat mensen er foto’s van maken en tijdens rondleidingen worden er veel vragen gesteld. Enkele van de stedelijke landschappen zijn ook verkocht. Het mooiste vind ik de reacties van jongeren zelf. De crew die het werk ging ophangen (drie jongens van rond de zestien) vond het ‘vet’ werk. We hadden een gesprek over fotografie en kunst en ook over de media en politiek en over hoe clichématig jongeren worden uitgebeeld. Van zulke gesprekken word ik echt blij! Dat mijn werk een klein beetje aan het denken zet en een andere kijk geeft op de wereld, daar doe ik het voor!”
Meer werk van Erik van Cuyk vind je hier.
PLAYGROUND 2020 van Erik van Cuyk is nog tot en met 29 augustus te zien bij FotoFestival Naarden.
Wow! Really nice work!