Koos Breukel; Back to basics

Koos Breukel richtte het Instituut voor Intuïtieve Antropologie op. Daar vlakbij heeft hij een echt eiland, dat hij ‘De Misantroop’ heeft gedoopt. Samen met vriend en fotograaf Hans de Kort wil hij er een broedplaats voor analoge fotografie van maken. Ik ging op bezoek bij Koos op zijn instituut en bij Hans in zijn studio om te kijken wat precies de plannen zijn.

0
Koos Breukel

Het instituut bevindt zich in een mooi gebouwtje waarin Koos verschillende ruimtes ter beschikking heeft. Hij is er helemaal op zijn plek, tussen de dozen, stapels foto’s, boeken, afdrukken aan de muur en oude camera’s.

Waarom heb je dit instituut opgericht?
“Ik kwam erachter dat fotografie een enorme jacht is. Als je jong bent, volg je constant je nieuwsgierigheid en ga je op dingen af. Ik ging lesgeven op de Rietveld, waar ook weer van alles uit voortkwam. En zo ging het maar door. Ik wist toen al, dat als je ouder wordt, de jacht en de nieuwsgierigheid op een gegeven moment uitdoven. Het is gewoon heel moeilijk om de hele tijd bezig te blijven, nieuwsgierig te blijven.
Een paar jaar geleden had ik schrijver David Mitchell gefotografeerd. Hij heeft een boek geschreven over Deshima (het eiland in Japan dat ooit als Nederlandse handelspost diende, red.). Ik moest hem fotograferen voor The New York Times. Hij was een aardige gast en ik vertelde hem dat ik een eiland had. Hij vroeg mij wat ik daar deed en ik legde uit dat ik dat eiland nodig heb om die nieuwsgierigheid weer te herstellen. Hij zei toen: It’s a curiosity restorer. Dat is wel heel mooi en daar had hij helemaal gelijk in. Als ik nu terugkijk op mijn oeuvre, en zeker op de twaalf jaar dat ik heb lopen jagen met digitale camera’s, dan is het allemaal zó veel geworden. Alles kon altijd, niets was te gek. Voorheen ging je met een envelop naar de redactie van de krant, dat is allemaal verdwenen. Vroeger maakte ik een afdrukje en was er zó mee bezig. Als het dan lukte, was het ook echt van mij. Nu is dat niet meer en is het veel te vluchtig.

En toen moest ik denken aan Irving Penn, die een laboratorium had opgericht om zich daar in alle rust de techniek van de platinum drukken eigen te maken. Weg van de dagelijkse hectiek. Ik heb Hans de Kort erbij gehaald en besloot dit instituut op te richten, waar we rustig kunnen werken met oude fotografische procedés. Net als Irving Penn, weg van alle haast en drukte. Werk maken dat weer echt van mij is. Een plan is zo’n vier fotografen per jaar uit te nodigen om samen met ons naar hun oeuvre te kijken, zodat we misschien foto’s tegenkomen van dertig jaar terug die eigenlijk helemaal te gek zijn. Vaak zijn daar geen mooie prints van, behalve een inkjet. Het is de bedoeling dat het negatief wordt opgezocht en dat we er hier een mooie ambachtelijke platinum palladium druk van maken.

We hebben twee doka’s en er staat een pers om samen en met hulp van Eric Levert Japanse Toyobo etsen te maken. Ik heb een studio opstelling met verschillende camera’s, waaronder een 8x10inch platencamera.
Het moet een plek worden om lekker te werken zonder dat je de hele tijd iets moet en zonder dat er geproduceerd moeten worden voor een tentoonstelling of een galerie. Dat is bij mij echt helemaal uitgedoofd, want dat is zo’n slopende ambitie. Hierin kan ik al mijn creativiteit kwijt. De fotografen die komen neem ik ook mee naar het eiland. Maar er moet wel eerst gewerkt worden. ’s Ochtends vroeg op en aan het werk tot een uur of twee en dan gaan we lekker naar het eiland varen en relaxen. En soms zal er helemaal niks uit voortkomen en soms weer wel.

Een project waar ik al jaren mee bezig ben is het verzamelen van fotoboeken. Ik ben eigenlijk een bibliothecaris en ik spaar portretten van mensen in hun eigen boek. De portretten heb ik in de loop der jaren allemaal zelf gemaakt. Zo heb ik portretten van Josef Koudelka in zijn eigen boek, Robert Frank, Ai Weiwei, Maarten Corbijn, Rein Jelle Terpstra en noem maar op. Hans en ik drukken die portretten opnieuw, met platinum palladium. Het is totaal zinloos, maar ik word er heel blij van. Ik vergelijk deze portretjes met de Fajums, de portretten van oude Egyptenaren die werden meegegeven in hun graven. Door het droge zand zijn ze altijd goed gebleven. Zeker zo’n portret van Robert Frank heeft hier raakvlak mee. Hij is dood en ik wil dat zijn portret in combinatie met zijn werk bewaard blijft. Ik zoek in de boeken mooie pagina’s waar ik dan het portret op kan leggen.”

Koog Breukel

Hans de Kort heeft zijn studio in een pandje, tussen de achtertuinen in een woonwijk. Het was vroeger een rijtuigenfabriek en hij deelt het nu met andere kunstenaars. Hans: “Het is leuk om fotografen uit te nodigen op het instituut en boeiend om oud werk weer naar boven te halen, want werk dat je toen had afgekeurd is nu misschien weer heel interessant. Jaren later kijk je er toch anders tegenaan. Destijds moest het waarschijnlijk scherp zijn, en nu, who cares?

In mijn commerciële werk kwam ik het vaak tegen. Dan zei de klant dat hij het prachtig vond, maar dat het niet scherp was. Ik antwoorde dan dat hij het mooi vond omdát het niet scherp is. Het is juist de imperfectie die het mooi maakt. Het is wel grappig hoe dat werkt. Nu, met die digitalisering, moet het allemaal perfect zijn, maar perfect bestaat natuurlijk niet. En dat is ook het fijne van deze oude processen, er gaat altijd wel iets mis en dat is hartstikke mooi. Als perfectie je streven is, kun je er beter mee ophouden. Hier komt de menselijke maat in terug. Analoog werken gaat heel erg op gevoel.”

Koog Breukel
Een grijstrap is ingemeten en de juiste curve wordt toegevoegd voor het printen van het negatief.

“De platinum palladium drukken die Koos en ik nu maken zijn eeuwig houdbaar en dat is heel bijzonder. Ik ben helemaal in de techniek gedoken en heb er veel over opgezocht en gelezen. Als je die platinum palladium prints heel lang in een boek laat liggen, komt er een soort afdruk van op de bladzijden; een soort ghostprint. Terwijl er aan de originele print niks gebeurt. Het schijnt wel vijftig jaar te duren voor je iets ziet en ik weet niet hoe dat met modern papier zal gaan. Dus wie weet, als je over vijftig jaar door Koos zijn boekenverzameling gaat, zijn er allemaal ghostprints zichtbaar. Dat zou een mooi cadeau zijn.”

Koos Breukel
Een print in het clearing bathvoor de duurzame duizendjarige houdbaarheid. FOTO: HDK

“Met analoge fotografie loop je tegen de beperkingen van je materiaal aan. Het kost een hoop geld, dus je kunt niet eindeloos doorgaan. Hierdoor ben je voorzichtiger en ga je anders werken.
Ik heb absoluut iets tegen digitale prints, inkjets. Het is een machine die het doet. Je drukt ‘Appeltje P’ en hij komt er hier uit of in Australië, het is precies hetzelfde. Er is niks unieks aan. Met deze platinum palladium drukken wordt het resultaat zoals de fotograaf het zelf gewild heeft. Het zijn unieke dingen die niet gereproduceerd kunnen worden. Of nooit exact in ieder geval.

Als ik drukken in opdracht maak, moet ik natuurlijk wel een bepaalde constante hebben. Ik kan dan niet te veel variëren. Alles moet doortekend zijn. Dus ik heb de techniek tot in de puntjes uitgedokterd en van daar uit kan ik gaan spelen, maar dan weet ik dat ik ook een constante kan maken. Deze drukken zijn super mat. Matter dan dit krijg je het niet. Een zilverprint is al glanzend, daar zit een gelatinelaagje overheen. Platinum palladium zit ín het papier. Het is ook niet te reproduceren in een tijdschrift ofzo, want je ziet het nooit zo mat als de echte afdruk. Dat is onmogelijk. Het is heel bijzonder materiaal. Ik was er nooit mee begonnen als Koos er niet mee was gekomen.”

Koos Breukel
Prints liggen te drogen. FOTO: HDK

Waar willen jullie precies naartoe met het instituut?
“Wij willen allebei lekker werken zonder druk. Het zou mooi zijn om de techniek mee te geven aan een nieuwe generatie. Dat heeft echter tijd nodig. Deze technieken kun je alleen maar onder de knie krijgen als je het elke dag doet. Zo af en toe een dagje, dat werkt niet. Ik zal het ook nooit helemaal goed onder de knie krijgen. Met dit instituut willen wij uniek werk maken dat niet verloren gaat.”

Dit artikel is afkomstig uit Focusmagazine 7/8 2020.

Koos Breukel

Hans de Kort

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Geef je reactie!
Schrijf hier je naam