Overal ter wereld waar ik een bruidspaar zag, had ik de behoefte om dat vast te leggen. En liever niet dat clichéplaatje: voor een mooie kerk, in – op – of achter een oldtimer, op een bruggetje, in de branding met ondergaande zon of elders in de natuur. Nee, ik wilde de ‘off’ momenten schieten; de rare situaties, en liefst een cynisch beeld maken. Zou het te maken hebben met mijn aversie tegen trouwen, was het een aanklacht tegen geregisseerde zoetigheid, of vond ik trouwfoto’s beneden mijn niveau?! Feit is dat ik opdrachten voor bruidsfotografie standaard geweigerd heb. Aanvragen waren er wel, vooral vanuit familie, buren of vage kennissen. Ik zei dan altijd dat ik het alleen zou doen bij de bruiloft van mijn zus en die van mijn broer. En eventueel bij het trouwen van een allerbeste vriend.
Misschien hield ik wel een trauma over aan eerstgenoemde bruiloft. Bij mijn zus, inmiddels twintig jaar getrouwd en vier kinderen verder, was ik namelijk zowel ceremoniemeester, trouwfotograaf én moest ik de bruiloft filmen, het woord videograaf bestond nog niet. Iets te veel hooi op mijn fotovork. Daarna was het jaren rustig op trouwgebied. Mijn broer had de liefde van zijn leven nog niet gevonden. De artdirector van dat bekende reclamebureau kon me niet overhalen voor zijn Ja-woord. En andere aanvragen schoof ik door naar collega fotografen.
Ondertussen raakte ik verzeild op bruiloften in New York, Jeruzalem en in Marokko en maakte daar dan kiekjes van. Het idee was om er ooit een fotoboek mee samen te stellen. Zelf trouwde ik – en dat was niet als grap bedoeld – in Las Vegas in 2004.

De foto’s en het bijbehorende verhaal verkocht ik destijds aan Avantgarde, het modeblad dat net als het huwelijk allang weer ter ziele is. In een cynisch verhaal vertelde ik over een kapelletje zonder airco in de hete woestijnstad, anderhalf uur wachttijd en een dubbel geboekt huwelijk, onze getuige die letterlijk van de straat werd geplukt en een chagrijnige trouwfotograaf, die zich strikt hield aan het goedkoopste trouwpakket van welgeteld twaalf foto’s. We vroegen aan de aardige chauffeuse van de enorme limo om wat polaroids van ons te maken. Ze waren beter dan de ‘prof’ foto’s. Trouwfotografie is al jaren big business en met de intrede van het digitale tijdperk alleen maar makkelijker geworden.
Afgelopen zomer trouwde mijn broertje en moest ik een oude belofte inlossen. Ik hoefde alleen DE trouwfoto’s te maken, de geposeerde beelden die later prominent in HET album zouden komen. Bij de rest; het feest, de ceremonie met de ringen en het Ja-woord mocht ik lekker in het gras gaan zitten en voor die foto’s had ik mijn eerste (en enige) stagiaire ooit geregeld (daarover een ander keer).
Uiteraard maakte ik nu zelf die clichébeelden. Ik fotografeerde het bruidspaar in de gehuurde Peugeot uit 1972 en liet ze bij paarden in een weiland poseren. Daarna legde ik mijn camera achter in m’n auto en ging ik over op iPhone kiekjes vanuit het publiek. Dat idee voor een fotoboek over bruiloften heb ik allang overboord gegooid. Op Instagram plaats ik nu vooral kiekjes. Af en toe zal daar ook een bruidsfoto tussen zitten. De vriendin waarmee ik in Vegas trouwde, is al jaren uit beeld, maar het huwelijk schijnt in Nevada nog te gelden. Binnenkort maar eens naar Amerika om een verhaal te maken over ‘hoe te scheiden in Las Vegas’ werkt. En daar dan weer cynische foto’s bij maken. Of een scheidingsfotograaf inhuren. Big business misschien?
PS: mijn broertje heeft me te kennen gegeven de foto’s erg mooi te vinden, maar ze niet af te drukken en er verder geen album van te maken. ‘We kunnen ze toch gewoon op de iPad bekijken.’ Tja, wat dat betreft ben ik echt old school met mijn fotoboeken.
Instagram: @martijnvandegriendt
Dit artikel van Martijn van de Griendt is afkomstig uit Focusmagazine 1 van 2021. Klik hier om het gehele magazine te bekijken.