Voor mij begon het fotografievirus ergens begin jaren ’80, bij een concert van Doe Maar. Ik stond daar als publiek en zag allemaal dingen gebeuren die ik zo graag wilde vastleggen, dat ik een week later wederom naar een concert ging van de band – dit keer gewapend met een camera!
Gillende meisjes die bij bosjes flauw vielen, een band die met passie stond te spelen maar net zo verbaasd het publiek in keek en een sfeer die niet goed te beschrijven was. Eén man stond daar op die bühne een superster te zijn, alles was anders aan hem dan bij al die andere popsterren in ons land. Als je het over een X-factor hebt, deze man had hem op alle fronten, zanger en bassist Henny Vrienten! Ik kon hem ademloos volgen met mijn lens en genieten van wat ik zag, hier begon letterlijk mijn liefde voor de popfotografie en ik had mijn roeping gevonden.
In 1984 hield de band het, begrijpelijk genoeg, voor gezien, zij waren klaar met de hysterie. En ik viel in het bekende grote zwarte gat na tientallen Doe Maar-concerten die ik geschoten had. Maar een ding was zeker; dit bandje, en met name de frontman, had mij het mooiste gegeven wat er was: een hobby die mijn hele leven op zijn kop zou zetten! Ik bleef fotograferen en wist er uiteindelijk op mijn 17e levensjaar mijn werk van te maken. Nu, 33 jaar later, mag ik al terugkijken op een prachtige carrière.
In die 33 jaar ben ik Henny nauwlettend blijven volgen in alles wat hij deed, als een soort rode draad in mijn leven. Zijn solowerk ben ik enorm gaan waarderen en natuurlijk klinkt het Doe Maar-repertoire nog steeds regelmatig uit de speakers in mijn auto. Ook bezocht ik trouw alle reünieconcerten – vooral als publiek, om mooie tijden muzikaal te herbeleven. Vorig jaar had ik de geweldige eer om de officiële bandfoto van Doe Maar te mogen maken voor de reünie-tour van dat jaar en dit jaar kwam er ineens weer een onverwachte verrassing. Het muziektijdschrift Soundz bestaat 5 jaar en vroeg mij of ik een covershoot met hun gasthoofdredacteur wilde doen, Henny Vrienten! En heel gek, met alles wat ik gewend ben en al die grote sterren voor mijn lens voelde ik mij weer heel even die kleine enthousiaste jongen van 12 die zijn favoriete bandje mocht fotograferen. Henny is nooit zo heel dol op foto’s maken, en wil vooral dat het snel gebeurt.
En zo stond ik op een koude vrijdagmiddag in januari voor zijn studio in Amsterdam; mijn auto volgeladen met spullen, inclusief mooie canvasdoeken om hem voor te zetten en mijn Phase One IQ4 om in de hoogst mogelijke resolutie te fotograferen. Niks liet ik aan het toeval over.
Henny gaf mij een welgemeende knuffel en was onder de indruk van al die rommel die ik had meegenomen: “Je bent heel wat van plan?” Zijn studio is een speeltuin, met prachtige instrumenten die ik als props mocht gebruiken, dit kon niet meer verkeerd gaan. Maar liefst 2 uur lang schoten we verschillende opstellingen en Henny was meer dan geduldig.
Mijn inmiddels 71-jarige jeugdidool heeft qua charisma niks ingeboet en is nog steeds een enorm dankbaar onderwerp voor de lens. Vol prachtige verhalen en anekdotes en nog steeds hard bezig mooie muziek te maken.
Voorzichtig liet hij ook doorschemeren dat hij er ook wel aan denkt om het rustiger aan te doen, ‘alhoewel de rock-’n-roll je wel jong houdt’, aldus Henny. Ik denk stiekem dat hij nooit op kan houden met muziek maken, het stroomt door al zijn aderen!
Hij is zonder twijfel een van de grootste popsterren die we ooit gehad hebben in dit land, wat geweldig om hem nog in zijn volle kracht te mogen vastleggen voor het nageslacht. Maar ook confronterend, want het is dus inmiddels ruim 30 jaar geleden dat ik hem voor het eerst voor mijn lens kreeg. Dus niet alleen de persoon voor mijn camera is ouder en wijzer geworden. De man erachter deed onbewust gewoon mee. •
www.instagram.com/williamrutten
Kijk hier voor andere columns van William Rutten.